Salvia - deel 1
Lamiaceae
+32 52 33 73 15
Jan Spruyt-Van der Jeugd bvba
Mostenveld 30
9255 Buggenhout
België
Lamiaceae
We bespreken deze en volgende maand het geslacht Salvia.
een zeer groot geslacht van wel meer dan 900 soorten, dat is maar moeilijk in 1 artikel te beschrijven.
In het eerste deel geven we een algemene inleiding en ook enkele interessante weetjes.
In het volgende artikel zullen we de soorten en cultivars die wij aanbieden, uitgebreid beschrijven.
Salvia’s zijn over de hele wereld bekend als tuinplanten en zijn zeer geliefd. Maar echte salie (Salvia officinalis) zullen de meeste mensen ook kennen als keukenkruid. Salvia’s zijn meestal vaste planten, soms eenjarigen of halfheesters.
het Latijnse woord Salvere betekent verzorgen of helen, en dit verwijst naar de geneeskrachtige eigenschappen die worden toegekend aan bepaalde soorten.
Met geslachten zoals Lavandula, Nepeta, Perovskia en Agastache hebben Salvia’s wel wat gemeen. Dat valt meteen logisch te verklaren want deze behoren allemaal tot dezelfde familie van Lamiaceae (de lipbloemenfamilie).
Lipbloemigen delen bepaalde kenmerken zoals de stengel die (meestal) hol en vierkantig is, bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar en het meest opvallende: de bloemen bestaan uit vergroeide kroonbladen die zo een bovenlip en onderlip vormen.
De meeste planten uit de Lamiaceae (zo ook Salvia) hebben aromatische oliën in het blad. Vele keukenkruiden behoren hier dan ook toe, denk maar aan Origanum, Mentha, Rosmarinus.
Salvia’s zijn kosmopoliet. De planten komen op vele plaatsen in de wereld voor. Een gemeenschappelijk kenmerk zijn droge, goed gedraineerde kalkrijke bodems op een zonnige standplaats. Uitzonderingen zijn mogelijk (vb. S. uliginosa staat graag fris tot vochtig). Lang niet alle soorten Salvia zijn in ons klimaat winterhard, maar het is wel zo dat de meeste Salvia’s sneller zullen afsterven door teveel water aan de houtige wortels in het rustseizoen, dan door de koude. Hoe beter gedraineerd ze staan, hoe beter ze de vorstperiodes zullen overbruggen.
Wij hebben een mooie selectie soorten en cultivars in ons assortiment. Daarom beschrijven we deze meer in detail in een volgend artikel. Enkele algemene kenmerken lichten we hieronder al toe.
Salvia nemorosa 'Amethyst' in onze borders. Hier staat Salvia op zijn favoriete plek: droog, goed gedraineerd en zonnig.
De stengels van Salvia zijn vierkantig, vaak behaard. Bij vele soorten is er onderaan een bladrozet maar op de bloemstelen staan ook nog kruisgewijs tegenoverstaande bladeren (soms zittend, soms gesteeld). Bij vele soorten zijn er ook stipulen of steunblaadjes.
De bloemetjes staan samen op schijnkransen/aren met wel 40 stuks bij elkaar. Afhankelijk van de soort kunnen de aren zeer lang zijn, of eerder breed en kort.
De enkelvoudige bloem bestaat uit samengevoegde kroonbladen (petalen) die een onderlip en bovenlip vormen. De bovenlip heeft vaak drie ‘tanden’ en de onderlip bestaat meestal uit twee lobben. De kelkbladen (sepalen) zitten ook vergroeid, onderaan de lipbloem en zijn vaak purper gekleurd. Net onder de bovenlip staan vier meeldraden.
Salvia pratensis 'Eveline' PBR in onze borders met (1) de bovenlip, (2) de onderlip, (3) de meeldraden en (4) de kelkbladen. Foto genomen 22/06/20.
De bloemen onderaan de steel zullen als eerste openen, de bovenste bloemen zullen dus het langste mooi blijven.
Na de bloei verdroogt het bloemetje tot een vierdelige splitvrucht. Het zaad is donker gekleurd.
Detail van uitgebloeide Salvia. De splitvrucht (1) omvat telkens vier zaden (2). Foto genomen 22/06/2020.
Bij vele Salvia’s is er beharing te vinden op de stengels, het blad of zelfs de bloemen.
Deze haren worden trichomen genoemd en de haartjes zijn een uitgegroeid deel van de epidermis (de ‘huid’ van de plant).
Enerzijds zullen deze haren helpen om verdamping tegen te gaan, anderzijds zullen de haren vaak essentiële oliën vrijgeven wanneer het blad wordt aangeraakt. Op deze manier worden grazers zoals koeien afgeschrikt en zullen ze de planten niet opeten. Salvia officinalis en sclarea zullen zo een zeer sterke geur verspreiden.
Detail van het blad bij S. argentea. De beharing is hier heel duidelijk te zien, en verraadt meteen dat de plant goed tegen droogte kan.
Tot slot vertellen we iets meer over het bestuivingsmechanisme bij Salvia.
Wanneer een hommel of andere bestuiver de bloem nadert, gaat hij op de onderste lip zitten. Hierbij zal de bovenste lip lichtjes buigen naar de hommel toe en de meeldraden die zich hier bevinden, zullen het stuifmeel op de rug van de bestuiver afzetten.
Dit mechanisme van bestuiving blijkt een vorm van convergente evolutie te zijn. Verschillende groepen binnen het geslacht Salvia hebben deze tactiek van bestuiving, maar het mechanisme is bij deze verschillende groepen apart ontstaan. Dit is een vorm van evolutie die we over het hele planten- en dierenrijk kunnen terugvinden. Andere voorbeelden van convergente evolutie zijn de ontwikkeling van vleugels bij vleermuizen en vogels of het vormen van zwemvliezen bij zeezoogdieren en watervogels. De functie (resp. vliegen en zwemmen) zijn dezelfde bij deze groepen van dieren, maar het mechanisme achter vleugels en zwemvliezen is totaal verschillend. Vroeger werd hierdoor wel vaker een verwantschap tussen bepaalde (dier)soorten vermoed, die in praktijk echter ver uit elkaar liggen.
Soorten die in ons klimaat van nature niet groeien, zal je moeten afdekken of zelfs vorstvrij overwinteren.
De meeste planten uit ons assortiment zijn echter volwaardige tuinplanten voor het Belgische klimaat en vragen enkel goede drainage en zon. Geef de planten zeker voldoende kalk.
Salvia wordt gestekt maar je kan ook zaaien. Dat wordt bij de cultivars uiteraard niet gedaan, omdat nieuwe planten niet soortecht zijn.
Na de bloei is Salvia minder attractief, de uitgebloeide aren zijn niet echt mooi.
Je kan de planten half juli met een derde terugknippen en lichte bemesting geven. Ze zullen dan bossig uitgroeien en vaak nog een tweede keer bloeien.
Salvia officinalis is een van de vier ‘essentiële oliën’ in Groot Brittannië. Het folklied ‘Scarborough Fair’ vertelt hierover.
Salvia officinalis wordt op vele plaatsen toegepast in de keuken. Er zijn zelfs typische gerechten waar salie onontbeerlijk is zoals het Italiaanse saltimbocca of bij de vulling voor kalkoen (o.a. Thanksgiving).
Salvia sclarea of Scharlei wordt soms in Duitsland toegevoegd aan wijnen om het aroma van een Muskaatwijn na te bootsen. Ook bij vermout wordt soms scharlei als aroma toegevoegd.
Bepaalde soorten Salvia staan bekend om hun psychoactieve (hallucinogene) stoffen.
Salvia is de ideale bijen- en hommelplant voor een zonnige border. Dankzij de rijke bloei passen compacte soorten perfect vooraan de border en de hogere, wildere soorten kan je achteraan of in het midden zetten.
Mooie combinaties kan je vormen met Thermopsis, Coreopsis, Echinacea en grassen zoals Stipa of Schizachyrium.
Op de voorgrond de gele Coreopsis ‘Full Moon’ PBR met daarachter de contrasterende kleur van Salvia nemorosa ‘Amethyst’. Foto genomen juni 2020.
©
Alle foto’s afkomstig van kwe kerij Jan Spruyt – Van der Jeugd, tenzij anders vermeld.