jouw project: de voorbereiding en het aanplanten

Ga je een nieuwe border aanplanten? Dan is een grondige voorbereiding erg belangrijk.

Afhankelijk van de bestaande situatie en het streefbeeld, zijn er misschien nog specifieke maatregelen nodig.
Vraag hier gerust naar bij jouw offerte aanvraag.

Bodemstaal analyse

• Weet je niet met welke bodem je te maken hebt? Twijfel je of alle nutriënten voldoende aanwezig zijn?
  Dan raden we aan om een bodemstaal te laten analyseren vóór de aanplant/aanleg. De chemische samenstelling van de bodem zal - samen met de structuur en het bodemleven - bepalen of een bodem geschikt is voor een bepaald type beplanting.
  
  We werken samen met Intergrow, die de analyse specifiek voor onze vaste planten zal uitvoeren.
  Je kan Stijn Ameloot contacteren als je meer informatie wenst:
  stijn.ameloot@intergrow.be of 093742820.
  
  
  

Bodemvoorbereiding

• Grond vrijmaken van wortelonkruiden zoals paardenstaart, haagwinde, zevenblad, paardenbloemen,…


• Grond goed loswerken: lucht is de belangrijkste vereiste voor een goede wortelgroei.


• Inwerken van stabiele materialen zoals grind, zand, keien, dolomiet of lava, enkel indien dit nodig blijkt (problemen waterhuishouding, resultaten bodemanalyse).


• Eventueel grond voorzien van bepaalde nutriënten, verzuren of juist kalkrijker maken (afhankelijk van de resultaten na de bodemanalyse).


• Optioneel: mulchen (=aanbrengen van afdeklaag) met inerte materialen (zie volgende punt in deze brochure).
  
  

Aanplanten: diepte en afstand

Of je nu al dan niet kiest voor een afdeklaag , kan je bij voorbereide losse grond altijd onze eigen planter gebruiken.
Je kan deze huren of kopen. Meer informatie vind je via https://vasteplant.be/index.cfm?fuseaction=art&;art_id=10262" target="_blank" rel="noopener">deze link.

Met of zonder onze planter aanplanten? Het is belangrijk dat de kluit van de plant ongeveer 1cm onder de grond of mulching zit. Als de kluit er bovenuit steekt, heb je niet diep genoeg aangeplant.

Hoe ver moeten de planten uit elkaar staan? Als wij een plan voor jou hebben uitgetekend, vind je dit op de documenten terug. Meestal zie je in elk plantvak op het plan meteen het juiste aantal planten staan, of vermelden we de plantdichtheid in de legenda.
Kies jij zelf de planten en hoeveelheden? Raadpleeg dan zeker onze plantenfiches via de online catalogus. Daar staat alle nodige informatie.

Plantperiode

• Lente (februari – juni)


• Herfst (september – november)

Altijd afhankelijk van de weersomstandigheden! Twijfel je of je kan planten? Vraag ons gerust om raad.

Zet eerst alle planten uit volgens plan. Op die manier kan je nog iets schuiven als het nodig blijkt.
Eens alle planten klaar liggen voor aanplant, kan je met het aanplanten starten.

Mulchen met afdekmaterialen?

Een inerte afdeklaag is niet noodzakelijk, maar biedt wel voordelen. In een duurzame beplanting die jarenlang ongemoeid kan blijven, is een arbeidsbesparende afdeklaag de moeite waard.

Lees er alles over via deze link.

Na de aanplant: het onderhoud en de opvolging

Eens je alles aangeplant hebt, kunnen de planten beginnen met groeien.
De ene plantensoort groeit sneller dan de andere, ze zullen niet allemaal even snel hun ‘volwassen’ vorm bereikt hebben.
Maak je dus geen zorgen als niet alle planten meteen ‘uit de startblokken schieten’. Sommige planten laten eerst alle energie naar de wortelgroei gaan en komen nadien pas aan bovengronds groeien toe.
Ook niet alle planten zullen meteen het eerste jaar bloeien.
Geef de planten met andere woorden de tijd om op hun eigen ritme deze nieuwe start te maken.

Vanaf het eerste jaar is het wel belangrijk om meteen goed te starten met het correcte onderhoud.

Winterwerk: maaien en afvoeren

Het maaien moet gebeuren bij planten die bladverliezend zijn.
Heb je ook bladhoudende planten? Deze mogen over het algemeen niet gemaaid worden.
Als je twijfelt, kan je ons altijd contacteren.

Het maaien gebeurt best tijdens de winterperiode, na de grootste kans op vorst.
Wanneer dan juist? Dit is afhankelijk van het weer en het gebruik van bloembollen.
Heb je geen bloembollen, dan kan je wachten tot eind februari.
Heb je bloembollen? Dan zal je beter al snoeien eind januari of begin februari.
Zijn er al bloembollen zichtbaar? Probeer dan op zo weinig mogelijk bollen te trappen tijdens het maaien.

Tijdens het snoeien, maai je zo kort mogelijk boven de afdeklaag en/of de bollen.
Als je toch een deel van de planten moet laten staan, vermelden we dit in de plantenfiche (online catalogus) onder ‘tuintips’ of in de fotolijst die je ontvangt bij jouw ontwerp.

Maaien doe je met een bosmaaier (niet in combinatie met lava), motor/elektrische haagschaar, handhaagschaar, snoeischaar of zeis.

Nadien zeker het maaisel afvoeren met een bladrijf en eventueel kan je ook alles nog eens schoonblazen.
Dit doe je om geen kiembed te verkrijgen voor windverspreidende onkruiden. Deze nestelen zich makkelijk in een laagje plantenmateriaal als dat blijft liggen.

Meteen na het maaien kan je nog een rondgang inlassen om onkruiden te wieden.
Dan zie je misschien onkruiden die je voor het maaien niet opmerkte (in het hart van de planten, dicht tegen de graspollen,…)

Opgelet: Als je een afdeklaag hebt, deze terug mooi effenen en zorgen dat de ondergrond niet bloot komt.

Meststoffen

We raden af om zomaar meststoffen of kalk te geven (tenzij vooraf bepaald na een bodemanalyse).
Bloembollen kan je  wel licht bemesten (lokaal) met een organische meststof type DCM 2.
Doe dit in het vroege voorjaar, tijdens of net voor een regenbui. Zo kunnen de nutriënten meteen oplossen in de ondergrond.

Als je merkt dat de groei of bloei achterwege blijft, raden we aan om eerst een staal grond te laten analyseren, zodat je correct kan gaan ‘verbeteren’.

Beheerswerkzaamheden

Dit is meestal maar nodig na een 3-5 tal jaren.
Te dominante planten kan je wat uitdunnen. Lege plaatsen kan je invullen met nieuwe planten. Een wandelwegje vrijhouden of wat breder open maken,…

Maandelijks onderhoud: wieden, schoffelen,...

Tussen maart – december zal je op regelmatige basis door de border(s) moeten lopen en onderhoud uitvoeren. Als je dit consequent doet, neemt het nooit teveel tijd in beslag (afhankelijk van de grootte van jouw project).

Schoffelen: dit gaat sneller dan wieden en kan je toepassen op massaal kiemend jong onkruid.
Doe dit liefst bij warm en winderig weer, dan kan je het onkruid laten liggen (het droogt meteen uit).

Wieden: doe dit in zones die je niet kan schoffelen omdat ze bijvoorbeeld al beter zijn toegegroeid, of bij onkruiden die al groter zijn en je dus niet volledig weg krijgt door te schoffelen.

Eén maandelijkse wiedbeurt is een minimum. Zo sluit je uit dat er zich een onkruidbestand nestelt in de tuin.

Als je niet zeker bent of je een bepaalde plant moet verwijderen of laten staan: neem een foto en mail deze. We helpen graag.

Toppen 'Chelsea Chop'

Bepaalde planten kunnen rond de periode van Chelsea Flower Show (+- 3^e week mei) getopt worden.
Je snoeit dan ongeveer 1/3^e van de plant in.
De bedoeling is om de planten iets lager te houden (compacter, steviger) maar ook om meer bloemen te bekomen.

Als je dit doet, zal de bloeiperiode vaak iets later starten dan we in onze plantenfiches aangeven en de hoogte zal wellicht iets lager blijven.
Planthoogte en bloeiperiode zijn altijd seizoens- en weersafhankelijk, onze plantenfiche toont een richtlijn.

Zomersnoei en fatsoeneren

Bepaalde planten kunnen midden juli (een deel) worden teruggeknipt (zomersnoei). Dit doe je om bijvoorbeeld een tweede bloei in de nazomer te bekomen, om te vermijden dat de plant teveel gaat open vallen of om weer fris jong blad te bekomen.
Of en hoe je een bepaalde plant kan snoeien, vermelden we in de plantenfiche (online catalogus) onder ‘tuintips’ of in de fotolijst die je ontvangt bij jouw ontwerp

De zomervakantie is ook de ideale periode om de border te fatsoeneren. Let vooral op omgevallen planten en/of uitgebloeide bolgewassen.
Omgevallen planten worden ofwel wat gesteund ofwel wat ingeknipt.
Dit kan vooral de eerste jaren nodig zijn tot de grond verarmd is, dan blijven de planten veel steviger staan.
Niet verticaal staande, uitgebloeide bolgewassen zoals Allium worden verwijderd (opgelet: enkel wegnemen wat al volledig verdroogd is. Groen loof van bolgewassen moet je laten staan tot ook dit is verdroogd).
Kleine vroegbloeiende bolgewassen worden normaal niet verwijderd omdat ze overgroeid worden door de grassen en vaste planten. 

Kanten en/of wegjes knippen kan je ook doen in augustus.

Een gemaaide border met afdeklaag van lava op onze kwekerij.
Net na het maaien is het belangrijk om het maaisel ook weg te nemen.