Vaste planten zijn geen goedkoop wegwerpproduct. Ze kunnen u vele jaren plezier bezorgen in uw tuin. U zal er voor moeten zorgen dat de planten zich goed voelen in uw tuin. Dit zal afhangen van de voorbereiding van het plantenbed, de juiste standplaats (=habitat) en natuurlijk ook de zorg achteraf.

BODEMVOORBEREIDING

Verwijder alle (wortel-)onkruiden! Dit is lastig werk, maar het vergemakkelijkt het onderhoud achteraf. Hiervoor kan je best een wiedvorkje of hark gebruiken i.p.v. een spade of hak.

De bodemkwaliteit die uw vaste planten nodig hebben, kan u aflezen bij elke plant in onze catalogus bij 'habitat' (bv. 'BR2/B2'). Kalkminnende vaste planten mogen in geen geval in een zure bodem geplant worden, enz. De meeste vaste planten gedijen in een matig bemeste, luchtige, frisse bodem. Afhankelijk van de grond kan een bodemverbeteraar toegevoegd worden (bv. Vivimus - ook te koop op onze kwekerij, niet via taxipost).

Bij een zandbodem kan je een structuurverbetering maken door kleideeltjes toe te voegen (= Bentoniet ½ tot 1kg per m²). Ook het toevoegen van goed verteerde compost is bevorderend indien je start met een minder goede bodem.

Bij leem- of kleigrond kan het inwerken van bladcompost, lava of grof zand zinvol zijn. Dit maakt de grond wat luchtiger. Voor een bodem die langere tijd niet bewerkt werd, kan je een organische meststof met matig aandeel aan stikstof en kalk toevoegen. (N-P-K = stikstof, fosfor en kalium-aandeel).

Correct aanplanten

Opdat uw planten goed groeien, moeten ze de juiste standplaats krijgen in uw tuin

Met factoren als zon of schaduw en habitat moet u zeker rekening houden. Een fout die vaak gemaakt wordt is: de plantjes veel te dicht bij elkaar planten om een sneller resultaat te bekomen. Het gevolg hiervan kan zijn dat een zwakkere soort van vaste plant verdrukt wordt door een sterkere soort en hierdoor volledig afsterft; of dat men na 2 á 3 jaar moet ingrijpen en de planten moet verwijderen en herplanten. Houd rekening met de toegestane plantafstand en geef de planten wat tijd. Een mooie tuin krijg je niet van vandaag op morgen!

Alvorens de plantjes in de grond te zetten moeten de wortels goed vochtig zijn. TIP: steek de plantjes in een emmer water totdat er zich geen luchtbellen meer vormen. Leg het plantje eerst eens op het plantenbed om zo min of meer een idee te krijgen van het aan te planten geheel. Maak daarna een gat in de bodem dat diep genoeg is, haal uw plantje uit de pot en zet het in de grond (ca. 2 cm onder de toplaag). Druk vervolgens éénmaal stevig aan. Dit sluit de grond af en bevordert de wortelgroei. Vervolgens elk plantje afzonderlijk gieten om de verbinding met de omliggende grond te stimuleren.

Nazorg

Om onkruid tegen te gaan kan u de grond ook "mulchen". Dit betekent de grond afdekken met inert materiaal zoals lava, dolomiet, zand... Boomschors raden we af omdat het eerder de plantengroei hindert en schimmelgroei in de hand werkt.

Planten die in de late herfst geplant worden, kunnen in de winter naar boven gedrukt worden door de vrieskoude. Als dit gebeurt, is het aan te raden om na de winter de plantjes nog eens aan te drukken zodat ze zich goed kunnen vastzetten.

De wat hogere planten kan u misschien wat steun geven.

Vele vaste planten kan u na de eerste bloei eens terugknippen om er zo voor te zorgen dat ze nadien nogmaals een beperkte bloei geven. Op tijd terugknippen in vroege herfst is aan te raden bij vorstgevoelige langbloeiers zoals Gaura lindheimeri, Coreopsis grandiflora, Gaillardia, Verbena, … zodat ze aangesterkt de winter kunnen ingaan. Met de winter komt de "winterslaap". Streekeigen vaste planten zijn wintervast en hebben geen hulp nodig.
Bij de beschrijving van onze planten staat steeds vermeld hoe vorstgevoelig ze zijn en of ze eventueel wat bescherming nodig hebben tijdens de wintermaanden. Bij wintergroene vaste planten wordt de meeste winterschade trouwens niet veroorzaakt door koude, maar door verdroging! De winterzon en oostenwind worden vaak onderschat, en drogen de planten uit, waardoor ze in een bevroren bodem "verbranden" en/of verdrogen. Vaak ligt schade ook aan de hoge temperatuursverschillen tussen dag en nacht.
Wij raden daarom ook aan om de grote tuinschoonmaak pas na de winter uit te voeren. Al het oude loof heeft net als functie de plant te beschermen. Knip grassen nooit vóór de winter af; zo behoudt u een mooi uitzicht in de winter en bovendien zorgt het loof voor een goede winterbeschutting. De grassen worden geknipt op het einde van de winter, liefst vóór of aan het begin van het opkomen van de nieuwe scheuten!

Vaste planten in potten en bakken

Vaste planten kunnen niet alleen in volle grond gedijen, maar zijn ook geschikt voor het terras of een balkon. De grootte van de bak of pot is van groot belang voor de ontwikkeling van de plant. Beter te groot dan te klein is de vuistregel! Ook moet u hierbij de standplaats in acht nemen. Planten die van zon houden moeten in de zon! Ook voeding moet goed overwogen worden. Elke bak of pot moet een gat in de onderkant hebben voor de drainage. Het is ook aan te raden onderin de pot of bak een laag grind te leggen. Dit helpt wateroverlast te voorkomen en helpt het substraat zijn voedingsstoffen vast te houden. Een ideale mengeling bestaat uit potgrond en lava. Na een tijdje moet u ook uw planten verpotten en/of delen.