Centaurea
Asteraceae
+32 52 33 73 15
Jan Spruyt-Van der Jeugd bvba
Mostenveld 30
9255 Buggenhout
België
Asteraceae
Het geslacht Centaurea telt ongeveer 500 soorten, waarvan wij deze maand Centaurea jacea bespreken. We besteden een artikel aan deze inheemse plant omdat we zelf ondervonden hoe sterk en veerkrachtig knoopkruid wel niet is. Het is een geliefde soort voor de wilde tuin of natuurtuin, die zeer sterk uitzaait en dus wel onder controle moet gehouden worden. Wij raden deze plant alleen aan om in een verwilderde tuin te gebruiken, samen met andere inheemse planten.
Knoopkruid heeft een breed verspreidingsgebied. Van nature vinden we de plant op vele plaatsen in Europa (behalve het uiterste zuiden) en sporadisch ook in het westen van Azië. In Noord-Amerika is de soort ondertussen ook al ingeburgerd.
De plant is heel belangrijk voor vlinders en bloeit tussen juni en september uitbundig. Een hoogte van 80cm is courant, maar bij ons in het vloeiveld bereikt de plant makkelijk 100cm.
In ons vloeiveld op de kwekerij is Centaurea jacea nog een van de weinige soorten die overblijft. De plant zaait sterk uit, dus denk voor aanplant goed na waar de plant zal komen. Foto genomen 13/08.
Centaurea jacea heeft wortelstokken, van waaruit de plant zich stilaan verspreidt. Er zijn twee types van blad. De onderste bladeren vormen een rozet en zijn wat breder, vaak gelobd en gesteeld.
Op de geribde stengel zitten de andere bladeren ongesteeld en verspreid. Deze zijn zeer lang en smal, met vaak twee tanden aan de voet, maar niet altijd.
Hier zijn de geribde stengels duidelijk zichtbaar. De stengelbladen zijn langwerpig en hebben hier geen getande voet. Foto genomen 13/08.
Behorend tot de Asteraceae, moet het niet verbazen dat de bloeiwijze van Centaurea jacea een bloemhoofdje is.
Dit hoofdje bestaat uit buisbloemen met een diep ingesneden uiteinde. Meestal zijn de hoofdjes lila-paars van kleur, uitzonderlijk eens wit. Soms zijn er stralende randbloemen en de omwindselbladen hebben een bruinzwart aanhangsel.
De bloembodem is bedekt met stroschubben. De vrucht is een cypsela. Dit is een speciale term voor het nootje van een Asteraceae-achtige. Soms zit aan dit nootje wat pappus of vruchtpluis. De zaden zijn minder dan 1 jaar kiemkrachtig.
Centaurea jacea met detail van het bloemhoofd. 1 toont de buisbloemen en 2 toont de stroschubben op de bloembodem. Foto genomen 13/08.
Centaurea jacea is geen moeilijke plant en groeit op veel verschillende plaatsen.
Zijn natuurlijke biotoop is een goed gedraineerde maar ietwat voedselrijke bodem in volle zon. Ze hebben een voorkeur voor leemgronden, maar zullen evengoed groeien op voedselarme bodems. In kalkgraslanden, bergweiden, bermen, zeeduinen, spoorbermen, bosranden,… kan je de plant in het wild terugvinden.
Bij ons staat knoopkruid in het vloeiveld: dit is de overloop van onze watersilo. In de praktijk betekent dit dat er ’s winters vaak heel veel water overloopt naar het vloeiveld, waardoor dit soms volledig onder water staat. In de zomer hebben we al ons water nodig, en staat het vloeiveld kurkdroog. Centaurea is een van de weinige planten die met deze extreme omstandigheden weet om te gaan en hier zelfs volop bloeit en groeit.
De natuurlijke biotoop van Centaurea is een goed gedraineerd grasland in volle zon.
Je kan Centaurea na de bloei terugknippen om het uitzaaien te verminderen. Omdat de bloei al begint in juni, is het echter moeilijk om geen zaailingen te produceren. Geregeld schoffelen zodat jonge planten niet verder groeien is aan te raden.
Centaurea is een goede vlinderplant.
Bestuiving gebeurt altijd door insecten (er is geen zelfbestuiving). Er is in Zwitserland al onderzoek gedaan naar de bestuivingsgraad tussen twee verschillende regio’s, door deze plant hiervoor in te zetten.
©
Alle foto’s afkomstig van kwe kerij Jan Spruyt – Van der Jeugd, tenzij anders vermeld.