Cyclamen
Primulaceae
+32 52 33 73 15
Jan Spruyt-Van der Jeugd bvba
Mostenveld 30
9255 Buggenhout
België
Primulaceae
Ze zijn al op verschillende plaatsen te zien: de witte, roze tot helder paarse Cyclamen. Het woord Cyclamen is afgeleid van het Griekse Kyklos en betekent cirkel of circulair. Dit zou verwijzen naar de bloemsteel die cirkelvormig oprolt bij het vormen van de vrucht en zo iets weg heeft van een kurkentrekker.
Cyclamen behoort tot de Primulaceae en omvat een 20-tal soorten, waarvan de meeste in Klein-Azië voorkomen. Ook in Europa aan de Middellandse Zee, op droge gronden in bergachtige streken groeien Cyclamen.
Er zijn Cyclamen die in de herfst bloeien, zoals C. hederifolium maar momenteel zijn het natuurlijk de lente bloeiers zoals C. coum die de show stelen. Deze twee soorten hebben wij in ons assortiment.
Cyclamen is wat wordt genoemd een knolgeofyt. Geofyten overleven de ongunstige periode ondergronds, in dit geval met voedselreserves die worden verzameld in de knol. De knollen zijn afgeplat en hebben iets weg van uitgedroogde, donkere aardappels.
De bladeren staan in rozetjes en zijn erg mooi met vaak gemarmerde tekeningen. Het blad voelt wasachtig aan.
Bij C. coum sterft het blad af naar de zomer toe.
Het verschil tussen de twee soorten is duidelijk te zien: bij C. coum is het blad niervormig tot afgerond en eerder donkergroen.
Bij C. hederifolium is het blad langwerpiger, met vaak een opvallende tekening.
De tekening van C. coum toont het niervormige, afgeronde blad.
De tekening van C. hederifolium geeft enkele verschijningsvormen van het blad weer: dit kan morfologisch nogal verschillen maar is altijd langwerpiger dan C. coum en heeft een opvallende tekening.
De plant wordt niet alleen gebruikt voor het fraaie blad, ook de bloemen zijn een streling voor het oog. In natuurlijke tinten van wit, bleekroze tot eerder felroze-paars of zelfs rood bestaan er selecties.
De bloemen staan per 1 op de bloemstengel en knikken naar beneden. Na de bloei rolt de bloemsteel zich op en wordt er een doosvrucht gevormd.
Hieruit springen de zaden, omgeven door een suikerachtig slijmlaagje.
Dit slijmlaagje heeft een belangrijke taak: mieren zijn er verzot op en zullen deze lekkernij meenemen. In het zaad hebben ze geen interesse, maar dit wordt dankzij de mieren wel getransporteerd en op deze manier verspreidt de plant zich.
Cyclamen coum, gefotografeerd in Plantentuin Meise. De bloemetjes knikken sierlijk. Foto genomen 12/02.
Volgende soorten hebben wij in assortiment:
Cyclamen coum of rondbladige cyclaam kan tot -18°C verdragen zolang de bodem maar goed gedraineerd is. De soort komt uit Bulgarije, Turkije, Libanon en Israël. Het blad is typisch niervormig en heeft vaak (niet altijd) een zilvergrijze tekening. De onderzijde van het blad is rood-paars. De bloemen gaan van bleekroze tot karmijn kleur, altijd met een donkere vlek aan de basis. C. coum ‘Album’ heeft witte bloemen, maar ook een donkerrode vlek aan de basis. De bloemstelen zijn donkerrood.
C. coum ‘Album’ bovenaanzicht. De niervormige bladeren (nu zonder tekening) zijn goed zichtbaar.
Cyclamen hederifolium is net iets makkelijker voor de tuin omdat hij beter verwildert en ook iets toleranter is naar vochtigheid toe. De soort zal probleemloos -18°C verdragen. Het blad is langwerpig, vaak pijlvormig maar kan erg variëren. Heel vaak is er een ‘kerstboom’ achtige tekening op het blad zichtbaar. Ook zal hier veel vaker een marmer-patroon te zien zijn. Hederifolium komt van het Latijnse hedera (de plant) en folius (blad).
C. hederifolium bovenaanzicht. Het blad is zeer attractief dankzij de tekening.
De soort groeit in Zuid-Europa en Turkije met bloemen van wit tot donkerroze.
C. hederifolium ‘Album’ verwildert makkelijk. Hier bloeien kolonies in de tuin van Jan Spruyt.
De soorten Cyclamen die wij verkopen, doen het goed op plekken waar lichte tot zware schaduw is en de grond goed draineert. De grond is ook liefst naar de droge kant. Ze groeien graag aan de voet van bomen, heesters en struiken die het meeste water opnemen en beschermen tegen wind en zon. Zeker C. coum houdt niet van wind dus staat graag in nabijheid van iets hogere planten die beschutting bieden.
Af en toe een mulchlaag van gemaaid gras verdragen ze prima. Plant Cyclamen niet te diep.
Ook tussen het afgevallen blad van de bomen zijn ze in hun element. Beschut en droog, groeien ze traag maar komen ze altijd terug. De planten in onderstaande foto staan al tien jaar op dezelfde plek, groeien traag maar zijn een vaste waarde geworden.
Een combinatie van C. coum ‘Album’ en C. coum. Foto genomen 19/02.
Onze Cyclamen worden vermeerderd uit zaad.
Opgelet: de grootbloemige en opvallende Cyclamen die je tijdens de wintermaanden in veel tuincentra kan vinden, komen meestal voort uit C. persicum. Deze zijn bedoeld om te houden als potplant binnenshuis want ze zijn zeer vorst gevoelig.
C. hederifolium op zijn lievelingsplek: aan de voet van struiken. Het vroege zonlicht in de lente bereikt zijn bladeren, naar de lente toe zullen de struiken en bomen zorgen voor voldoende schaduw en drainage.
Cyclamen kan gemakkelijk tientallen jaren oud worden. Er zijn zelfs al exemplaren ontdekt van meer dan 100 jaar, waarvan de knol een omvang had van meer dan 30cm.
De plant bevat laxerende eigenschappen en werd in de Oudheid dan ook als ‘medicijn’ toegepast. De plant bevat cyclamine, een saponine (zeepstof) die door de plant geproduceerd wordt om bijvoorbeeld insectenvraat tegen te gaan. Inname door de mens veroorzaakt overgeven.
Bij ons wordt de plant wel eens varkensbrood (Engels ‘sowbread’, Frans ‘pain de pourceau’) genoemd. Varkens zouden de knollen opwroeten om te eten. De varkens hebben geen last van de chemische stoffen die de plant bevat.
Cyclamen is prachtig in combinatie met Galanthus, Helleborus en varens. Onder een Corylus of Hamamelis vormt het een mooi geheel.
Cyclamen coum ‘Album’.
©
Alle foto’s afkomstig van kwekerij Jan Spruyt – Van der Jeugd, tenzij anders vermeld.